2 april 2015 / E-mailmarketing
Van alle 182 miljard e-mails die dagelijks worden verstuurd bestaat zo’n 70 procent uit spam. Geen wonder dat e-mailproviders als Outlook en Gmail voorzichtig zijn in welke marketingmails ze wel en niet doorlaten naar de inbox van hun gebruikers.
Wil je dat jouw e-mailings de strenge selectie-eisen doorstaan? Verbeter je deliverability dan met de volgende zeven tips voor het opstellen van e-mails:
Tot niet zo heel lang geleden keken ontvangende e-mailproviders naar taalgebruik om te bepalen of inkomende e-mail spam was of niet. Wie in de inbox wilde belanden deed er goed aan woorden als gratis of speciale aanbieding in de onderwerpsregel te vermijden.
Tegenwoordig zijn spamfilters een stuk verder ontwikkeld en speelt woordkeuze niet zo’n hele grote rol meer. Toch kan het voor je deliverability geen kwaad om je woorden zorgvuldig te kiezen. Hubspot verzamelde een lijst van verboden woorden, doe er je voordeel mee. Vermijd verder scheldwoorden en andere schuttingtaal (en bedenk dat een in Nederland heel normale achternaam als De Cock in het Engels een heel andere betekenis heeft).
E-mailclients kunnen niet lezen wat er op een afbeelding staat. Om de inhoud van hun e-mails te verhullen, kiezen veel spammers er daarom voor hun e-mails grotendeels uit afbeeldingen te laten bestaan. Het gevolg: veel clients wantrouwen e-mails waarin te veel afbeeldingen staan.
Zorg daarom altijd voor een goede verhouding tussen tekst en afbeeldingen. Hoe verder die ratio uitslaat naar tekst, hoe beter. Help e-mailclients ook begrijpen wat er een op een afbeelding staat door in je html gebruik te maken van alt- en title-teksten.
De meeste e-mailclients hebben moeite met het interpreteren van scripts. Niet alleen is het gebruik van javascripts, flash en andere scripts daarom nutteloos, het kan ook voor grote problemen bij het aflevering van je e-mails zorgen.
Maak daarom alleen gebruik van pure html. Overigens kun je wel gewoon gebruikmaken van CSS, maar doe dat dan wel inline. Verwijs dus niet naar externe stylesheets, en houd er rekening mee dat veel e-mailclients alle informatie binnen de <head>
– en <style>
-secties van je html-document strippen. Handig: Mailchimp ontwikkelde een gratis tool die standaard CSS automatisch omzet in inline CSS.
Om te kunnen zien hoe vaak en door wie er op een bepaalde link wordt geklikt, herschrijven veel e-mailmarketingprogramma’s het achterliggende webadres. Een link naar bijvoorbeeld Google.com wordt dan eigenlijk een link naar een alternatieve url, die redirect naar Google.com. Een beetje vergelijkbaar met hoe bit.ly dat doet.
Dat kan echter voor problemen zorgen als je het webadres van een hyperlink voluit schrijft. Voor de ontvangende e-mailclient lijkt het dan namelijk net of je probeert te verhullen waar je je lezer heenstuurt, een praktijk die vaak voorkomt bij phishing.
Om te voorkomen dat de inboxen van hun gebruikers vollopen, blokkeren veel e-mailclients e-mails die te zwaar zijn. Zet jouw e-mails daarom op een dieet. Verstuur bij bulkmails geen (grote) bijlagen mee, maar plaats bestanden op je eigen server en link daarnaartoe vanuit het e-maildocument.
Maar ook als je geen bijlagen meestuurt, is een e-maildocument al snel te zwaar. Gmail kort e-mails al in als het achterliggende html-document zwaarder is dan 102kb. Houd het dus bondig!
Natuurlijk wil je dat zo weinig mogelijk mensen zich afmelden voor je e-mails. Maar het onopvallend verstoppen de uitschrijfknop is niet de manier om dat te bereiken. Als ontvangers er te lang naar moeten zoeken, zijn ze namelijk al snel geneigd gewoon op de spamknop te drukken.
En zelfs als ze niet voor deze drastische maatregel kiezen, en je e-mails vanaf nu af aan ongeopend weggooien, is dat niet goed voor je deliverability. De ontvangende mailpartij redeneert dan immers dat je e-mails blijkbaar niet relevant zijn voor de ontvangers. Geef de uitschrijflink dus een prominente plek in je e-mails.
Een van de beste manieren om zeker te zijn van een plek in de inbox, is door ontvangers je adres te laten toevoegen aan hun adresboek. Maar waarom zouden ze dat doen als je gebruik maakt van een niet werkend no-reply-adres waar ze toch niet mee kunnen mailen?
Daarnaast maken veel ontvangers gebruik van de reply-knop om zich af te melden voor e-mails. En wat doen ze als ze merken dat het antwoordadres niet werkt? Juist, dan drukken ze op de spamknop. Gebruik dus altijd een werkend afzenderadres.
Deze blogpost verscheen ook op Frankwatching en in het magazine Online Retailer.
Headerafbeelding: Pixabay