24 november 2016 / Sinterklaas
Veel Nederlanders moet er ook dit jaar weer aan geloven. Het sinterklaasgedicht. Voor de één een nachtmerrie, voor de ander dé kans om volledig los te gaan. Mijn surprise is inmiddels zo goed als af, maar aan het gedicht moet ik nog beginnen. Om het dit jaar voor mezelf eens wat makkelijker te maken, ging ik op zoek naar een aantal goede tips. In dit blog verzamelde ik mijn favorieten.
Nogal een open deur. Maar als het op het sinterklaasgedicht aankomt, begint iedereen elk jaar opnieuw véél te laat. En dat vergroot de kans op rijmstress, resulterend in een teleurstellend gedicht. Neem liever ruim de tijd om alvast na te denken over de opzet en insteek van je gedicht.
Voordat je begint aan je gedicht, is het aan te raden om eerst steekwoorden op te schrijven die te maken hebben met de persoon voor wie je het gedicht maakt. Denk bijvoorbeeld aan gekke dingen die hij/zij het afgelopen jaar heeft meegemaakt of zijn/haar hobby’s. Zo creëer je een startpunt waarop je kunt voortborduren.
De tip zelf is misschien al een beetje cliché, maar probeer de bekende openingsregels te vermijden. Dus geen ‘Sint zat te denken wat hij X kon schenken’ of andere beruchte voorbeelden. Een kant-en-klaar gedicht maakt weinig indruk. Grote kans dat je publiek dan snel afhaakt. Wees origineel.
Weet je nog, die steekwoorden die je bij stap twee hebt opgeschreven? Nu ga je ze inzetten. Het afgelopen jaar heeft je slachtoffer ongetwijfeld allerlei gênante streken uitgehaald, waarvan jij nu kunt profiteren. Het sinterklaasgedicht is namelijk de uitgelezen kans om hier nog eens even op terug te blikken. En die persoonlijke insteek kan net het verschil maken tussen een staande ovatie en een gedicht dat de volgende dag in de prullenbak belandt.
Begin niet zomaar met het opschrijven van willekeurige, onsamenhangende zinnen. Schrijf een zin pas op wanneer je zeker weet dat je erop kunt rijmen. Zo zorg je ervoor dat je niet vastloopt op één bepaalde zin of woord omdat het je met geen mogelijkheid lukt erop te rijmen.
Hulp nodig bij het rijmen? Gebruik een rijmwoordenboek. Er zijn er genoeg te vinden. Zoals Mick’s Rijmwoordenboek: eenvoudig, maar zeer effectief. Ook het gebruik van een synoniemenwoordenboek is aan te raden. Kun je geen woord verzinnen dat rijmt op ‘cadeau’? Probeer dan eens ‘geschenk’, ‘presentje’ of ‘aardigheidje’.
Het meest bekende rijmschema van het sinterklaasgedicht is gepaard rijm (AABB). Maar daar hoef je jezelf niet tot te beperken. Probeer eens wat anders, zoals omarmend rijm (ABBA), of wijk helemaal van het pad af door aan de slag te gaan met alliteratie, assonantie of binnenrijm. Met name assonantie kan een effectieve oplossing zijn. De woorden hoeven dan namelijk niet volledig te rijmen, maar slechts half (bijvoorbeeld ziet/bier).
Iedereen kent wel zo’n uitslover die elk jaar weer een gedicht van drie kantjes oplevert. Maar een lang gedicht is niet per se een goed gedicht. Met name als je de persoon voor wie je het schrijft (nog) niet zo goed kent. In zo’n geval biedt een kort gedicht uitkomst. Zo voorkom je dat je een heel A4’tje lang maar wat aanmoddert, en dat die clichés uit tip drie tóch om de hoek komen kijken.
Heb je aan het begin van het gedicht ergens naar verwezen? Bijvoorbeeld naar die ene gênante situatie of iemands hobby? Kom daar dan aan het eind van het gedicht weer op terug. Nog leuker is om tegelijkertijd naar het cadeautje toe te werken. Geef bijvoorbeeld vast een hint over wat je gekocht hebt.
Door je gedicht na voltooiing nog even hardop na te lezen kun je beter inschatten of de zinnen wel goed op elkaar aansluiten. Ook heb je zo beter door of het goed rijmt wanneer je je aan een bepaald rijmschema hebt gehouden. Een andere optie is het gedicht na laten lezen door een vriend, vriendin of familielid – afhankelijk van wie er niet bij jouw pakjesavond aanwezig zal zijn.
Een sinterklaasgedicht schrijven wordt met deze tips natuurlijk een eitje. Voor het schrijven van andere soorten teksten schiet Contentbureau graag te hulp. Neem contact met ons op voor meer informatie.
Headerafbeedling met dank aan Flickr/Martijn van Exel