5 maart 2018 / Copywriting
Je hebt vast weleens een Nederlandstalige Tell Sell-reclame gezien, toch? In deze reclames worden producten vaak op zo’n schreeuwerige en overdreven manier aangeprezen, dat je vrijwel meteen de neiging hebt om weg te zappen. In veel gevallen is deze manier van aanprijzen overgenomen van de oorspronkelijke, vaak Amerikaanse, reclame. Maar wat Tell Sell hier vergeet, is om zijn doelgroep onder de loep te leggen, namelijk de nuchtere Nederlandse consument die over het algemeen weinig behoefte heeft aan zo’n drukke reclame.
Dit is slechts één voorbeeld van een moment waarop het belangrijk is om je doelgroep in het achterhoofd te houden. Oftewel: wanneer je niet moet vertalen, maar lokaliseren. Bij lokalisatie pas je de tekst namelijk aan om ervoor te zorgen dat deze zo goed mogelijk landt bij je doelgroep. Ook al betekent dat misschien dat je woorden (of zinnen, of zelfs zinsdelen) moet weglaten, of de tekst op andere wijze omgooit. Wanneer je er beter voor kunt kiezen om je tekst te (laten) lokaliseren? Drie situaties op een rij:
Hier aan de bureauzijde hebben we – ook in samenwerking met de andere labels – inmiddels aardig wat Amerikaanse klanten in ons portfolio. En dat betekent dat we met grote regelmaat het verzoek krijgen om een persbericht van een dergelijke klant uit te zetten voor de Nederlandse of Vlaamse markt. Net als in het geval van Tell Sell, betekent dit meestal dat de tekst bol staat van de superlatieven en ietwat overdreven beweringen.
In dit geval is het vooral belangrijk dat je goed lopende Nederlandse zinnen maakt, want het zal weinig Nederlandse (of Vlaamse) lezers wat uitmaken of een bepaalde aanbieder de meest geavanceerde, innovatieve en onderscheidende marktleider in product XYZ is. Voor deze doelgroep is het nodig om sneller ter zake te komen. Meer details over een goede aanpak voor de lokalisatie van dit soort persberichten? Lees dan de blogpost die Edward hier eerder over schreef.
Als ik het over grits heb, weet jij dan wat ik bedoel? Grote kans dat je op de hyperlink moest klikken om erachter te komen. En ook vertaald naar maisgriesmeel is het voor veel Nederlanders nog steeds een weinig zeggend begrip.
Of het nu gaat om etenswaren, winkelketens, of andere cultuurgebonden begrippen, lokalisatie biedt in deze gevallen vaak uitkomst. Zet grits bijvoorbeeld om in een ontbijtgerecht dat voor je doelgroep wel een stuk helderder is, zoals havermout. Mits de context dit toelaat. Of trek het begrip breder en noem het simpelweg ontbijt. Mocht de context beide opties niet toelaten, dan zou je het begrip altijd nog kunnen omschrijven als een ontbijtgerecht dat voornamelijk in het zuiden van de VS erg populair is, en bestaat uit maïskorrels die worden fijngemalen en gekookt, resulterend in een maïspap.
Nog zo’n voorbeeld? Het taalfenomeen woordspelingen. Aan de hand van woordspelingen valt pas echt op hoe groot de verschillen tussen twee talen kunnen zijn. In dit geval is het dan ook echt nodig om het vertalen even te laten voor wat het is en (tijdelijk) over te stappen naar copywriting, waarbij het belangrijk is dat je out of the box denkt.
Neem bijvoorbeeld de menukaart die we voor Novotel maakten. In de Nederlandse versie schreven we over een witlofsalade: ‘’Alle lof voor witlof”. Maar in de Engelse versie goten we de woordspeling in een iets ander jasje, resulterend in chic-hurray!
Bekijk je tekst dus nog eens goed: heb je een rechtstreekse vertaling nodig, of wil je dat je tekst echt binnenkomt bij je doelgroep door middel van lokalisatie? Contentbureau heeft uitgebreide ervaring met zowel vertalen als lokaliseren en kan je tekst aanpassen aan jouw doelgroep, welke dat ook is. Neem dus gerust contact met ons op!
Headerafbeelding met dank aan Unsplash.